Hamburger

7 08 2017

Dat je op weg van werk naar huis even snel een kwaliteits-hamburger denkt te gaan eten.

Dat er dan een enorme groep toeristen zit, waardoor ‘even snel’ geen optie meer is.

Dat ze dan vertrekken en een voor een langs je tafetje lopen. Het is een groep van zo’n 24 Amerikanen, en ze zijn stuk voor stuk te dik.

Dat ze dan allemaal zien dat jij je hamburger met mes en vork eet.

Dat volgens Jan Magazine mensen die hun hamburger met mes en vork eten, geboren leiders zijn.

En dat je dan rustig kunt slapen.

#vandiedingen

 





Het eerste blog over eerste keren

17 08 2018
De eerste keer sex. Voor het eerst zonder je ouders op vakantie. Je eerste echte baan. De eerste koopwoning. Enzovoort. Eerste keren zijn bijzonder. Een beproefde methode om weer eerste keren in je leven toe te laten, is emigreren. Dit zijn mijn eerste keren in Cambodja:

Bestolen worden door de schoonmaakster – niet door de eerste, wel door de vierde. En dat je dat op video hebt, en dat de landlord haar dan nog steeds niet ontslaat.

Op straat beroofd worden – zonder geweld, wel fysiek letsel. Niets verloren, zelfs m’n vertrouwen in de medemens niet, zie hier.

Iets oprichten en daar je hele ziel en zaligheid inleggen omdat je gelooft dat het er zijn moet: een meiden sport club (zie hier voor een blog dat ik schreef in de prille jaren van Bee force, de meiden frisbee club waar ik me nog steeds wekelijks voor inzet).

Image may contain: 22 people, including Cha Ta, Sochealy Nhip, Yuiko Watanabe and Jared Cahners, people smiling, outdoor

Eerste keren fysieke zaken

  • Gekneusde ribben (agv de eerder genoemde straatroof)
  • Scheur in de hamstring.
  • Niet op je voeten kunnen staan door peesplaatontsteking en/of hielspoor en als een oma naast het veld staan kijken naar je onbekommerd ronddartelende teamgenoten. M’n zusje heeft het ook, al veel langer dan dat ik er last van heb, maar ik heb zoals altijd een korter lontje en minder geduld dus ik begon al te piepen toen ik er een maandje last van had, zie hier voor de eerste piepjes.
  • Grijze haren! Ik vind het leuk, hoop dat het een verbetering zal zijn ten opzichte van m’n natuurlijke peper en zout kleur.
  • Stoppen met de pil en je realiseren dat het niet lang meer zal duren tot je van de maandelijkse stonden verlost zal zijn. Hoera!
  • Een blauw oog. Frisbee op m’n oog gevangen. 😛
  • Aanvaring met dengue (knokkelkoorts). Voor het eerst dat ik merkte dat mijn lichaam dus niet alles aankan. Niet alleen door de koorts, maar door de pijn in gewrichten, spieren en het totaal uitgeput zijn als gevolg van gebrek aan bloedplaatjes en witte bloedcellen. Mooie bijkomstigheid: zonder huisarts, partner of familie merk je dan goed wie je echte vrienden zijn.

Culturele realisaties

  • Waardering voor democratie – ik nam democratie en een zorgende staat voor lief toen ik nog in Nederland was, maar leer hier dat het een groot goed en een verworvenheid is. Mensen, ga er dwars voor liggen, laat het je niet ontglippen!
  • Je aan de goden overgeleverd, onbeschermd voelen. Als ik hier platgereden, overvallen, beroofd, aangerand, aangehouden of vervolgd word, is het van het toeval afhankelijk hoe het afloopt. Er is geen enkele rechtsbescherming, politie en justitie zijn corrupt, de enige bescherming die je hebt is geld – en dan nog moet je hopen dat je meer geld en contacten hebt dan de persoon met wie je in de clinch ligt (zie hier voor de straatroof)
  • Kunst, cultuur en natuur missen. Als je om je heen kijkt in Cambodja, zou je denken dat men er gaan biet om geeft. Dat zal niet waar zijn, en waarschijnlijk kun je pas een maatschappij met openlijke waardering en zorg voor schoonheid en artisticiteit verwerven als aan allerhande andere behoeften voldaan is, maar toch.
  • Van diversiteit houden. In Cambodja is 97% van de mensen Boeddhistisch, er is nauwelijks etnische diversiteit, alle meisjes hebben lang haar, er zijn geen punkers of subgroepen, iedereen studeert accounting of management, er is een politieke partij, niemand pimpt z’n brommer etcetera. Hoe homogeen het hier is, merk ik pas goed als ik elders ben en ik opfleur van de diversiteit om me heen.
  • Mom genoemd worden en daar trots op zijn. Dit is omdat ik begrijp en voel dat een plek toegewezen krijgen in een familie, wel eens belangrijker kon zijn dan je given name (zie hier mijn Engelstalige blog what’s in a name?).
  • Je realiseren hoe weinig uniek je bent, en hoeveel je identiteit bepaald wordt doordat je Nederlander en Europeaan bent. Echt waar. Hier ontdek ik dat ik me makkelijker verbonden voel, meer deel met, zeg, een Portugees dan met een Amerikaan. Sinds ik door een van m’n Amerikaanse vrienden half voor de grap, half serieus, “continental snob” genoemd ben, gebruiken we die naam nog steeds als er weer eens een cultureel verschilletje opduikt tussen mij en m’n Amerikaanse vrienden. Zoals dat ik m’n hamburger en pizza met mes en vork eet (kort blog hier).

Moraal van dit verhaal: hoe oud je ook bent, je bent nooit te oud voor eerste keren. En: eerste keren zijn net als het leven: soms zit het mee, soms zit het tegen. Wat je ermee doet, is aan jou.

Het volgende blog (waarvan ik lekker niet zeg wat de titel is) zal volledig gewijd zijn aan eerste keren in het sociaal/liefdesleven van een Dutchie in Cambodia. Maak de borst maar vast nat….





Zilveruitje

29 03 2015

Ik denk echt niet zo vaak aan thuis maar soms zijn er van die dingen die me met een ruk uit de context halen. Grappig genoeg zijn het vaak juist de kleine dingen die het sterkste effect hebben.

Afgelopen week streek ik neer bij een restaurantje waar ik wel eens kom om snel een hapje te eten voor ik doorrij naar huis. Het stof van de 60 minuten durende brommertocht van het Cambodjaanse platteland terug naar Phnom Penh prikte nog in m’n ogen. ZilveruitjesDat het 36 graden is, dat ik zit op de stoep, dat er betrekkelijk dicht langs mijn tafeltje brommers, tuktuks, karren en veel te grote SUV’s razen, valt me niet meer op. De meneer die een houten stellage om z’n brommer heeft getimmerd waaraan hij trossen en trossen bananen heeft hangen, verkoopt zoals altijd niets aan mij, maar wel aan een hippie-achtig figuur bij mij op het stoep-terras. Ik ben  geconcentreerd aan het studeren in m’n nieuwe Cambodjaanse leerboek als mijn hamburger arriveert en ik er met een ruk ineens helemaal uit ben. Zijn dat… Zilveruitjes?! En jawel. Drie weerloze, glimmende zilveruitjes.

En zo bracht het kleine zilveruitje me even helemaal thuis, naar mijn andere thuis waar het koud en nat is, waar je binnen en niet op de stoep zit te eten, waar mijn wortels liggen, waar m’n zusje is, en mijn ouders, m’n oudste neefje, m’n nichtje en m’n nieuwste neefje die ik nog nooit gezien heb sinds hij een half jaar geleden geboren werd, m’n vrienden en m’n eigen huis, welvaart en lange, weldoorvoede mensen, orde, structuur, voorspelbaarheid en niet-goed-geld-terug garanties.

Wat het zilveruitje niet wist is dat ik over een week terug zou gaan naar dat andere thuis. Langzaamaan begint het door te dringen. Langzaam begin ik me te verheugen, en tel ik de dingen die ik hier nog moet doen voor ik kan gaan. Nu nog maar een paar dagen…

Dag zilveruitje, ik kom weer terug!